Bij extreme angsten bij kinderen is er een foutje geslopen in de afwikkeling van een normaal fysiologische reactie van ons lichaam. Het hebben van angsten heeft ons als mens al vaak genoeg beschermd tegen gevaarlijke situaties. Angsten zorgen dat je met een kritische blik kijkt naar situaties die mogelijk je bestaan op deze wereld bedreigen, of je lichaam kunnen beschadigen.
Angsten bij kinderen
Maar zodra angst de overhand neemt in iemands leven, dan is de angst niet meer beschermend, maar verlamd het je normale leven. Je wordt bang voor volkomen onschuldige situaties. Als volwassene kan je dit nog enigszins relativeren, maar als kind ben je vaak volledig overgeleverd aan je irrationele angsten. Hun denken is door de bangheid ontregeld (negatief zelfbeeld, piekeren) en dat heeft ook zijn weerslag op hun gedrag (teruggetrokken, vermijdend) en gevoel (onzeker, weinig zelfvertrouwen).
Binnen mijn praktijk behandel ik met enige regelmaat angsten bij kinderen. Vaak rapporteren de ouders opmerkelijk vooruitgang in de beleving van de kinderen na mijn behandeling. Wilt u hier meer over weten? Neemt u dan eens contact met mij op (contact gegevens) of plant u een intake- of informatie gesprek via mijn online agenda (online agenda).
Welke angsten bij kinderen zijn er?
Gegeneraliseerde angststoornis
Bij de gegeneraliseerde angststoornis heeft het kind een
overdreven angst en bezorgdheid over allerlei dingen, bijvoorbeeld de vrees
voor mogelijke ongelukken, vernedering op school of negatieve reacties van
vrienden en klasgenoten. Kinderen met deze stoornis maken zich constant zorgen.
Dit leidt vaak tot concentratieproblemen of een slechte nachtrust. Ze willen
telkens maar weer gerustgesteld worden. Voor buitenstaanders lijken de klachten
onterecht omdat er ogenschijnlijk geen ‘echte reden’ voor is.
Separatie-angststoornis
Bij de separatie-angststoornis (ook wel scheidingsangst
genoemd) is het kind bang om alleen gelaten te worden. Bij jonge mensen heeft
de scheidingsangst vaak betrekking op scheiding voor een langere tijd,
bijvoorbeeld tijdens een schoolkamp. De heimwee tijdens een schoolkamp kan zo
groot zijn, dat het tot een paniekaanval leidt. Bij deze kinderen is vaak
sprake van lichamelijke klachten. Het kan een uitvloeisel zijn van een sociale
angststoornis of van enige vorm van faalangst. Veel kinderen met een
separatie-angststoornis weigeren te gaan slapen als niet een van de ouders direct
in hun buurt is.
Sociale angststoornis
Het kenmerkende van de sociale angststoornis is de angst
voor normale, natuurlijke contacten met volwassenen en leeftijdgenoten. Deze
angst is het sterkst in situaties waarin een kind ‘beoordeeld’ wordt, bijvoorbeeld
als het een beurt krijgt, bij het verkleden voor de gymnastiekles of tijdens
een muziekuitvoering. Wanneer de sociale angst leidt tot vermijding van
bepaalde situaties – wat vaak het geval is – heeft dat vaak vergaande gevolgen
voor de ontwikkeling van het kind. De sociale angststoornis leidt nogal eens
tot schoolweigering.
Paniekstoornis
Bij een paniekstoornis treedt onverwacht een zeer heftige
angst op, vaak in combinatie met lichamelijke verschijnselen zoals
hartkloppingen en beven. Bij de al aanwezige angst stapelt zich vervolgens nog
een angst op die verband houdt met de lichamelijke verschijnselen, bijvoorbeeld
de angst voor ‘een hartaanval’. Het kan echter ook de vorm aannemen van angst
om gek te worden of angst voor ander onheil. Veel kinderen hebben weleens een
paniekaanval zonder dat dit op een stoornis duidt. Bij de paniekstoornis is er
vaak angst voor het opnieuw optreden van een paniekaanval. De paniekstoornis
kan al dan niet gecombineerd optreden met ‘agorafobie’. Dat is angst om de vertrouwde
en veilige omgeving te verlaten, maar ook de angst om in een situatie te zijn
waaruit men slechts met moeite kan ontsnappen, bijvoorbeeld een tunnel, een bus
of een trein.
Faalangst
Faalangst komt in verschillende vormen voor. Bij de
motorische faalangst overheerst de angst om het lichaam te gebruiken. Bekend
zijn de angstige gevoelens bij gymnastiekoefeningen of angst om met
dansoefeningen mee te doen. De angst om in een groep een presentatie te geven
of in het openbaar aan een gesprek mee te doen is vergelijkbaar met de sociale
angst. De angst voor toetsen en examens wordt ook wel cognitieve faalangst
genoemd en is in veel gevallen gebaseerd op ondeugdelijke gedachten over
zichzelf: ‘Dat lukt me toch niet’ of ‘Daar hoef ik niet aan te beginnen, want
dat leer ik toch nooit’.
Enkelvoudige fobie
De enkelvoudige fobie komt tot uiting in een overdreven of
onredelijke angst voor een bepaald object (bijvoorbeeld een spin) of bepaalde
situatie (bijvoorbeeld hoogte). Blootstelling aan zo’n object of situatie leidt
tot intense angst die vaak de proportie aanneemt van een paniekaanval. Om van
een fobie te kunnen spreken, moet de angst een hinder zijn in de dagelijkse
bezigheden van het kind. Dit kan het geval zijn wanneer de angst leidt tot
vergaande vermijding of wanneer het kind al bang is om bang te worden nog
voordat er een spin tevoorschijn komt of een afgrond in zicht komt.
Schoolangst en schoolweigering
Schoolangst en schoolweigering kunnen veroorzaakt worden
door sociale angst, separatieangst of depressie. Het wordt ook wel ‘angst voor
niet-thuis zijn’ genoemd: gedachten aan de lesstof, de leerkracht, de
medeleerlingen en de situatie op school (te moeilijk, pesten) voeden de
bangheid. Kinderen met schoolangst hebben last van hevige emotionele spanning voordat
ze naar school moeten gaan; dit gaat vaak gepaard met driftbuien, lichamelijke
klachten en depressie, niet met specifiek antisociaal gedrag. De ouders zijn er
gewoonlijk van op de hoogte dat het kind te bang is om naar school te gaan.
Schoolangst is dus iets anders dan spijbelen, wat thuis verzwegen wordt en
samengaat met antisociaal gedrag. Let op: veel symptomen van schoolangst doen
zich ook voor bij een slaapstoornis. Kinderen met schoolangst zitten vaak
langdurig thuis tijdens schooltijd, wat een zeer negatieve invloed heeft op hun
ontwikkeling. Deze kinderen zijn meestal wel gemotiveerd om schoolwerk te doen,
ook thuis.
Selectief mutisme
‘Het stille kind’ is de bekende aanduiding. Kinderen met
selectief mutisme kunnen niet praten op school (en in andere sociale
situaties), maar thuis wel. Selectief mutisme komt vooral voor onder jonge
kinderen (drie tot negen jaar). Eén op de honderd kinderen heeft selectief
mutisme. Vroege herkenning en behandeling zijn het effectiefst.
Bron: https://www.kenniscentrum-kjp.nl/